woensdag 6 december 2017

3.3


donderdag 30 november 2017

3.2 Hoe maak je het








VMBO - 2 kader Opgave 12 t/m 20 maken
VMBO - 2 basis opgave 13 t/m 17 maken

maandag 27 november 2017

2e klas H3 paragraaf 1 Wat maak je?

Producten worden gemaakt door de inzet van de productiefactoren Kapitaal Arbeid Natuur en Ondernemerschap. Hier volgen wat voorbeelden.

Hoe wordt frisdrank gemaakt? Het productieproces in beeld

Miljoenen liters gaan er jaarlijks de fabriek uit en de winkel in, om door ons te worden opgedronken.



De kans is groot dat jij dit in ieder geval één keer per dag doet. Er wordt namelijk dagelijks 4,4 miljoen liter frisdrank gedronken in ons land. Maar bijna niemand staat er bij stil hoe je zo’n drankje maakt. Hier in deze frisdrankfabriek kun je zien hoe dat in z’n werk gaat. In deze fabriek maken ze verschillende frisdranken. Maar we richten ons even op één soort; 7-up. De belangrijkste ingrediënten voor de drank –water, suiker en limoen- zitten in grote tanks. Via allerlei buizen worden die stoffen bij elkaar gebracht en gemengd. De prik wordt toegevoegd en dan gaat de frisdrank naar de flessenvulmachine. Daar komen deze kleine flesjes naartoe. Die zijn zo klein om ruimte te besparen. Vlak voordat de drank erin gaat, worden ze opgeblazen tot de grote flessen die wij kennen. Het etiket wordt er opgeplakt, de flessen worden nog even gespoeld en dan gaat de drank erin. De dop erop en dan in de file voor de inpakmachine. Zo, klaar om te worden opgedronken.

Een bedrijfskolom geeft een mooi overzicht van de weg die een product moet gaan om van grondstof een eindproduct te worden. Zie hieronder twee sprekende voorbeelden.

Maken: Opgave 4 t/m 6 op bladzijde 72 en 73




Soorten bedrijven


daarna maken opgave 7

BTW BEREKENEN
daarna opgave 8, 9 en 10 maken op bladzijde 74 en 75, wil je extra oefenen ga dan naar blz 100!

https://www.bing.com/videos/search?q=btw+berekenen&&view=detail&mid=CBD04A6F2046BF3BE99FCBD04A6F2046BF3BE99F&&FORM=VDRVRV

https://www.bing.com/videos/search?q=btw+berekenen&&view=detail&mid=08B0841E2698B7550C2E08B0841E2698B7550C2E&&FORM=VDRVRV

maandag 13 november 2017

2e klas - H2 Ben jij een kritische koper?

https://schooltv.nl/video/economie-voor-het-vmbo-consumenteninformatie/

http://www.economiepagina.com/economie/youtube/vmbo/pincode/2/2ytbenjijeenkritischekoper.htm

Belangrijke begrippen

Primaire behoeften (basisbehoeften):
De allerbelangrijkste levensbehoeften. Bijvoorbeeld: eten, drinken, en kleding.

Secundaire behoeften:
De behoefte die je hebt aan luxe goederen. Bijvoorbeeld: iphone, merkkleding en laptop.

Consumeren:
Het kopen van goederen en diensten om in je behoeften te voorzien.

Welvaart:
De mate waarin je in je behoeften kunt voorzien.

Schaarste:
Wanneer er productiemiddelen moeten worden opgeofferd om het product voort te brengen. Schaarste ontstaat doordat we aan de ene kant oneindig veel behoeften hebben, maar slechts een beperkte hoeveelheid productiemiddelen om in die behoeften te voorzien. Schaarste dwingt daarom tot afwegen wat we het belangrijkste vinden, tot prioriteiten stellen en tot het maken van keuzes.

Economie:
De economie bekijkt hoe mensen en bedrijven hun schaarse middelen inzetten om in hun behoeften te voorzien.

Bestedingspatroon:
De goederen en diensten waar mensen in het algemeen hun geld aan uitgeven.

Sociale beïnvloeding:
De mening van vrienden en familie kan jouw consumptiegedrag beïnvloeden.

Commerciële beïnvloeding:
Bedrijven proberen de aankopen die je doet te beïnvloeden door bijvoorbeeld reclame.

Reclame:
Reclame heeft als doel om aandacht te vestigen op een bepaald product of dienst.

Doelgroep:
Een groep mensen waarop een bedrijf zich richt om zijn goederen en diensten te verkopen.

Consumentenorganisaties:
De organisaties die opkomen voor de belangen van de consumenten.

Vergelijkend warenonderzoek:
Het onderzoek waarbij ongeveer dezelfde producten met elkaar vergeleken worden. Hierbij wordt gelet op de prijs, het milieu, de kwaliteit en de duurzaamheid.

Garantie:
Het bedrijf garandeert dat een product een goed is. Garantie heeft meestal een bepaalde tijd.